ANALYSE – Het grote nieuws van donderdag: Unilever neemt afscheid van de bakermat van het concern, de margarines. Merken als Becel en Blue Band worden in de verkoop gedaan. Bye, bye Zeeuws Meisje.
De Brits-Nederlandse multinational met 2,5 miljard klanten in de hele wereld, een jaaromzet van 53 miljard euro en 169 duizend werknemers werd begin dit jaar opgeschrikt door een ongevraagd overnamebod. Unilevers Amerikaanse rivaal Kraft Heinz – die van de ketchup – stond op de stoep.
Topman Paul Polman en zijn commissarissen hebben de Amerikanen beleefd de deur gewezen. Maar Unilever voelt wel de druk van aandeelhouders: die willen meer rendement.
De reactie kwam donderdagochtend met de aankondiging dat de margarines eruit gaan, omdat de winstmarges te dun zijn. Ook koopt het bedrijf voor 5 miljard euro aan eigen aandelen in en wordt het dividend opgekrikt met 12 procent.
Unilever: Brits en Nederlands
Maar Unilever kondigde ook iets anders aan: de wettelijke structuur van het bedrijf wordt onder de loep genomen. Die ziet er nu zo uit.
Hoewel Unilever naar buiten toe als één bedrijf opereert, bestaat de onderneming nog altijd uit twee aparte vennootschappen: een Nederlandse nv en een Britse plc, met officieel een duaal hoofdkantoor in Londen en Rotterdam.
De verschillen zijn voor aandeelhouders zoveel mogelijk gladgestreken, maar toch. Er zijn twee hoofdnoteringen aan de beurs: eentje in Amsterdam en eentje in Londen.
Unilever omvormen tot één nv, met één hoofdkantoor en één hoofdnotering aan de beurs, raakt aan de klassieke gevoeligheden tussen de Nederlandse en Britse bloedgroepen binnen het bedrijf.
Vergelijking met Shell
De parallel met Shell ligt hier voor de hand. In de nasleep van de crisis rond de opgeblazen oliereservers uit 2004, besloot Shell de Nederlands-Britse bedrijfsstructuur te vereenvoudigen. Dat werd een uitruil: Nederland kreeg het officiële hoofdkantoor van Shell met de bijbehorende staffuncties, maar Shell werd op het hoogste niveau in juridische zin een volledig Britse onderneming, een plc.
In het geval van Shell hadden de Nederlanders relatief sterke kaarten om een grote kluif (het hoofdkantoor) naar zich toe te trekken - het reserveschandaal ontstond onder de Britse Shell-baas Sir Philip Watts. Niet onbelangrijk ook: de Nederlandse tak Koninklijke Olie had de meerderheid in de holdingstructuur met de Britten.
Bij Unilever is dat niet zo. De Nederlander Paul Polman mag dezer dagen de baas zijn, Londen geldt als het belangrijkste beslissingscentrum en de verhoudingen tussen de aandelen van de nv en de plc zijn gelijk.
Brexit: gevolgen voor hoofdkantoren
Toch is daarmee is niet gezegd dat de Britten aan het langste eind zullen trekken, als er gekozen wordt voor één juridische hoofdzetel, met één hoofdkantoor en één hoofdnotering aan de beurs.
Door de Brexit heeft deze vraag namelijk een geheel nieuwe dynamiek gekregen. Als het Verenigd Koninkrijk voor een 'harde Brexit' kiest, heeft dat grote fiscale gevolgen voor bedrijven met een hoofdkantoor in het VK en dochterondernemingen in de Europese Unie. Het wordt dan namelijk minder makkelijk om winsten van Europese dochters op een fiscaal vriendelijke manier te verrekenen met die van het hoofdkantoor.
Aan de andere kant zou Groot-Brittannië buiten de EU makkelijker kunnen stunten met de belastingtarieven, om internationale bedrijven te lokken. Al zou een dergelijke strategie van de Britten vrijwel zeker tot nog meer spanningen met de EU leiden.
Landendochters Unilever verdeeld tussen Nederlanders en Britten
De Brexit is hoe dan ook zeer relevant als Unilever zijn fiscale structuur gaat omgooien. De landenorganisaties van het concern zijn namelijk verdeeld tussen de Nederlandse nv en de Britse plc. In het jaarverslag valt bijvoorbeeld te lezen dat Unilever Frankrijk in meerderheid onder de Nederlandse nv valt, net als Duitsland en Italië.
Ierland valt daarentegen onder de Britse plc, net als Polen. Buiten Europa vallen veel voormalige Britse koloniën, zoals India, onder de Britse plc. China valt daarentegen weer onder de Nederlandse tak.
Kortom, als Unilever tot één juridisch structuur wil komen, dan kan de Brexit een grote rol gaan spelen bij de keuze van de juridische vorm en de locatie van het hoofdkantoor.